Het begin
Uiteraard begon ik als kleine jongen met voetbal. Samen in het team met mijn broer Bas bij de lokale voetbalvereniging VV Meedhuizen. Talent voor voetbal bleek ik niet te hebben, maar het keepen ging me nog aardig goed af. Alleen was het in die tijd zo dat we alle wedstrijden met grote cijfers wonnen en dus keepen niet heel spannend was. Toen ik de mogelijkheid kreeg om een keer in de spits te staan, maar alle ballen naast schoot, begreep ik dat voetballen niet mijn sport was. Daarnaast was ik in die tijd ook niet zo goed in een teamsport. In mijn jonge jaren wilde ik al met alles wat ik deed winnen. Of het nou een bordspel was, een parkloop met school of een estafetterun in het centrum van Delfzijl. Winnen zou ik, maar als ik dan verloor was er altijd wel een excuus te verzinnen. Iets te fanatiek misschien? Ik zat in ieder geval vol motivatie en passie!
Jeugd wielrennen
Papa deed aan wielrennen en was natuurlijk mijn grote voorbeeld. Als kleine jongen langs de kant stond ik dan te kijken en dacht ik bij mezelf dit wil ik ook! Ik heb sowieso ontzettend sportieve ouders. Beide hebben ze meerdere sporten gedaan, waaronder handbal. Waar vooral mijn moeder erg goed in was! Daarnaast was ze ook nog eens met haar broer kampioen geworden in het badminton. Het bleek al wel, dat ik goede genen had meegekregen. Wielrenner moest het worden!
Datzelfde jaar op vakantie in Italië liepen we langs een winkel, met een prachtige Italiaanse paarse racefiets. Zonder dat ik het wist heeft mijn vader deze geregeld en bij thuiskomst werd ik verrast met mijn allereerste racefiets!
Al op 6-jarige leeftijd mocht ik bij de vereniging de Stormvogels meedoen tijdens een interclubwedstrijd. Officieel mocht dit pas vanaf mijn 7e, maar voor deze keer was er een uitzondering gemaakt. Tegen kinderen iets ouder dan dat ik was, werd ik in mijn eerste wedstrijd 4e en de liefde voor de fiets was compleet. Toen ik eindelijk 7 was kon ik dan echt mee doen en starten in categorie 1. Hoewel mijn vader altijd mijn grote voorbeeld is geweest, mede omdat hij foto’s had dat hij ooit 3e was geworden, kon ik hem na mijn eerste weekend, na twee podiumplaatsen, al pesten met het feit dat mijn carrière nu al succesvoller was!
Het fietsen werd in de jaren erna steeds meer en meer een familie ding. Mijn ouders kochten een VW Transporter zodat we de fietsen van mijn broer en mij makkelijk mee konden nemen. Uiteraard met klapstoeltjes voor mijn ouders, een koelbox en nog vele andere materialen gingen we elk weekend op pad. Wedstrijd na wedstrijd, met als het hoogtepunt van het jaar het NK. Het NK in categorie 5 doet nog altijd een beetje pijn, na een inschattingsfout kwam ik zo’n 3 cm te kort voor de winst.
Schaatsen
Als kleine jongetje van amper 3 jaar stond ik voor het eerst op de schaatsen. Dubbele ijzers wel te verstaan, terwijl mijn broer al op de bekende houtjes stond. Ik vond die dubbele ijzers maar niks en vond dat ik de houtjes van mijn broer wel kon gebruiken. Zo gezegd, zo gedaan en daar stond ik. Keek om me heen en zag mijn vader met twee handen op de rug grote slagen maken. Dus dat moest ik ook! Vol verbazing stond mijn moeder langs de kant te kijken hoe ik zo maar weg ging en mijn ding deed. Op 7-jarige leeftijd kwam het schaatsen opnieuw in beeld. Van de kleine ijshockeybaan, naar de grote 400 meter baan. Doordeweek op woensdag en in het weekend op zaterdagochtend naar de ijsbaan in Groningen. Ik was lid van STV Eemsmond en al snel bleek dat ik het schaatsen ook aardig onder de knie had. Ik begon club- en baanrecords te rijden, mocht naar wedstrijden in Berlijn en werd opgenomen in de jeugdbaanploeg van het gewest Groningen.
Al snel stroomde ik door naar de gewestelijke selectie en op 16-jarige leeftijd besloot ik het wielrennen op een laag pitje te zetten. De combinatie was zeker goed te doen, maar aangezien het schaatsen zo technisch is en was, wilde ik proberen daar het maximale uit te halen. Met in het achterhoofd dat als ik zou stoppen, ik altijd weer de fiets op zou kunnen!
In de gewestelijke selectie werd het serieus. Van 4 á 5 keer trainen per week, bouwde dit zich uit naar iedere dag en soms twee keer per dag. Meerdere keren paar jaar gingen we op trainingskamp naar onder andere Duitsland, Zuid-Frankrijk en Italië. Ik heb prachtige tijden met de ploeg beleefd, iets wat ik voor geen goud had willen missen. Tot ik in 2010 op het NK Allround in Enschede viel en mijn schouder uit de kom bleek te zijn. Het revalideren ging stroef en in 2011 moest ik uiteindelijk toch geopereerd worden. Dit betekende ook het einde van mijn schaatsloopbaan. Ik besloot om mijn tijd te besteden aan mijn opleiding, die ik op het punt stond af te ronden en voorrang te geven aan een maatschappelijke loopbaan. Realistisch zoals ik was besefte ik me dat de absolute top halen te lastig was en niet voor mij weggelegd.
School, studie & werk
In het kleine dorpje Meedhuizen waar ik ben opgegroeid is het een echt ons kent ons cultuurtje. Als je dan in de kleuterklas ook nog je eigen moeder hebt als juf, dan is het verhaal natuurlijk helemaal rond. Lastig was dat wel, want moest ik haar nou mama of juf noemen? Ik bedacht een middenweg en maakte er gewoon Juf Mama van. Het handige van een juf thuis was wel dat ik voor mijn eerste diploma wat extra hulp kreeg. Voor het veterstrikken bleek ik geen talent te hebben, maar met behulp van Juf Mama lukte het dan toch!
Na de basisschoolperiode en een prima Cito eindtoets was het tijd voor de middelbare school. Kiezen tussen meerdere scholen was voor mij niet zo moeilijk. Ik wou simpelweg naar de school waar mijn grote broer Bas op zat. Dus dat deed ik ook. Het werd VWO op het Ommelander College in Appingedam. Na 6 jaren VWO had ik mijn diploma binnen en was het uitkijken naar een studie. In eerste instantie viel de keuze op Sociale Geografie en Planologie aan de Rijks Universiteit Groningen, maar dit in combinatie met topsport was niet goed te combineren. Dus na 1,5 jaar maakte ik de overstap naar het HBO, Facility Management. Na 4 mooie en leerzame jaren was het tijd om te gaan werken.
Broederliefde
Na het stoppen met schaatsen en het terugkeren in de wielerwereld gaf dit de kans om eindelijk samen met mijn broer te kunnen rijden. In dezelfde ploeg waarin hij vooral als een leermeester mij de weg wees binnen het elite peloton. Samen hebben we hele mooie dingen beleefd. Meerdere overwinningen en podiumplekken, het winnen van de jongeren trui in een meerdaagse, maar vooral ontzettend veel plezier! Echter was dit van korte duur, na een jaar samen te hebben gereden nam hij de beslissing om op avontuur te gaan. Te weten naar Sint Eustatius en later Sint Maarten. Al bleef hij wel een onderdeel van mijn sport. Voor elke wedstrijd appte of belde hij met de vraag of ik er klaar voor was en direct na de finish zag ik mijn moeder al met een telefoon aan haar oor. Dan wist ik genoeg, hij heeft weer de hele wedstrijd gevolgd en kon mij direct na de finish heerlijk kritisch opvangen via de telefoon. Tot hier in september 2016 een abrupt einde aan kwam, toen hij overleed doordat hij was aangereden terwijl hij een rondje deed op zijn racefiets op Sint Maarten.
De jaren hierna waren moeizaam. Het wielrennen kreeg een andere plek, het presteren werd minder, de lol was er af en de motivatie ver te zoeken. Tot ik bij mezelf dacht, wat zou mijn broer gedaan hebben? Ik besloot de knop om te zetten. Zoals hij altijd voor iedereen klaar stond, dat ging ik ook doen. Van kopman naar knecht en wegkapitein. Ik vond het heerlijk! Mijn ploeggenoten sturen, helpen en beter maken. Al was er nog één wens. Nog 1 wedstrijd winnen om hem te eren. Dat is gelukt! Na een jaar vol pech in 2018, waarin ik twee keer mijn schouderblad brak, besloot ik te stoppen met de wedstrijdsport. Enkel nog een wedstrijd hier en daar voor de lol.
Team Creative Monkey
In de winter van 2017 kwam ik voor het eerst in contact met Koos. Ze konden bij de ploeg wel wat hulp gebruiken. Het team werd groter en hulp van een assistent-trainer zou het een stuk makkelijker maken. Na een aantal keren in de winter mee te hebben gedaan, sloot ik in april 2018 aan bij het team om als assistent van Koos me te richten op de technische aansturing van de schaatsers. De samenwerking was begonnen en het vertrouwen naar elkaar groeide met de maand. Tot de afstemming die we nu hebben en we veel meer zijn dan alleen trainers van een geweldig team.
In dit team kon ik mijn eerbetoon aan mijn broer voortzetten. Ik heb hem aan het werk gezien als gymleraar en hoe hij mij altijd hielp in de sport. Dit heb ik meegenomen in de trainer die ik nu ben. Voor mij is er momenteel niks mooiers dan de sport te beleven samen met dit team. Om mijn ervaring en kennis te kunnen delen, te kunnen helpen waar nodig en vooral om samen te genieten van onze passie!
Die passie is wat ons sterk maakt. Het plezier voor de sport en de wil om er het maximale uit te halen is onze kracht. Het bewijs zie ik bij elke training met elkaar weer terug. Met de plannen die Koos en ik nog hebben hoop ik nog jarenlang deel uit te mogen maken van dit project en bouwen we naar de toekomst. Met elk jaar weer nieuwe, creatieve ideeën!