Monkey <span style="color: #ffde59;">see</span>, monkey <span style="color: #38B6FF">do</span>! #4

Monkey see, monkey do! #4

In deze rubriek willen wij de rijders en coaches van het team eens flink aan de tand voelen, zodat jullie ons nog beter kunnen leren kennen!

Aan de hand van pittige dilemma’s en leuke vragen krijgen jullie meer te weten over onze leden.
Van voorkeuren, algemene feitjes en bijzondere eigenschappen alles komt aan bod.

Door telkens twee rijders met elkaar de vragen te laten stellen komen we tot leuke inzichten en wellicht nieuwe feiten. Benieuwd naar alle antwoorden?

Check hier onder het verhaal van Pascal en Danny!

Pascal: Natuurijs is vaak in de winter, dan zitten wij middenin het seizoen en komt het meestal niet handig uit. Dan valt het bijvoorbeeld samen met wedstrijden. Ik vind het wel heel mooi om in de natuur te schaatsen op zo’n grote plas. In het seizoen toen er zoveel corona was heb ik heel erg genoten van het natuurijs, omdat we toen niet in Kardinge konden schaatsen.

Danny: Ik ga voor zomerijs, ik vind het altijd wel fijn om wat eerder op het ijs te staan. Vroeger als kind heb ik veel op natuurijs geschaatst, maar als ik moet kiezen ga ik toch voor zomerijs. Voor een goede voorbereiding op het seizoen. Hoe eerder we op het ijs staan, hoe eerder we de verbeteringen van de zomertrainingen om kunnen zetten in de beweging op het ijs.

Pascal: Hoe mooi ik natuurijs ook vind, ga ik ook wel voor zomerijs. De tijd dat we niet op het ijs staan is van eind maart tot begin oktober. Dit is best lang. Met zomerijs kunnen we tussendoor het ijs op en dat vind ik het leukst. De zomertrainingen vind ik minder leuk dan lekker op het ijs staan.

Pascal: Kort en explosief. Dat vind ik het mooist. De techniek die daarbij komt kijken is heel precies, je kan je geen fouten permitteren in de sprint. Je wilt zo explosief mogelijk bewegen, maar je moet ook technisch goed rijden om je snelheid te behouden. Het is een heel dun lijntje tussen te explosief en daardoor te gehaast rijden en niet explosief genoeg omdat je technisch wil rijden.

Danny: Dit vind ik een lastige. Starten vind ik erg leuk, maar toch vind ik veel rondes rijden ook een mooie uitdaging. Vooral als die rondes progressief moeten bijvoorbeeld.

Pascal: Ja dat vind ik inderdaad ook leuk. Ik vind het vooral leuk als het lange inhoud is in koers vorm. Dan heb je toch die eindsprint. Lange inhoud met eindsprint is een stuk pittiger dan gewone sprint, omdat je benen al verzuurd zijn voordat je moet sprinten. Bij kort explosief is het alleen de sprint en doen je benen nog geen pijn. Ik kies dan toch wel voor explosief kort.

Pascal: Piratenhits. Snollebollekes vind ik niks aan. Ik heb in de auto ook vaak Tukker FM aan. Deze radiozender draait alleen maar piraten hits. Er komt niet vaak eentje op die ik nog niet ken en niet mee kan zingen.

Danny: Piratenhits. Ik heb zelf niks met snollebollekes. Piratenhits hoor ik vaak genoeg via mijn broer. Die heeft een bekende spotify afspeellijst aangemaakt: Ollie’s piraten platen. Dit staat vol met allemaal Piratenhits. Ik luister het vanuit mijzelf niet snel, maar als het ergens op staat vind ik het wel leuk.

Pascal: Ja, die ken ik ook wel. Ik heb een hele avond met jouw broer Piratenhits geluisterd. Als ik niet op de radio luister dat pak ik soms die afspeellijst erbij. 

Pascal: Een 38’er dus onder de 39 seconden. Daar zou ik blijer mee zijn dan een pr onder de 2 minuten. Een 37’er is het ultieme doel. Die 39 seconden voelt meer als een grens waar ik graag doorheen zou willen. Onder de 2 minuten is ook wel een hele gave grens, daar zou ik ook graag onder duiken. Ik rijd nu 39.00 en 2.00.0. Ik zit dus ook precies op die grens. Die grens is zo dichtbij dat ik er heel graag onder wil.

Danny: Ik vind beiden een echte mijlpaal. Alleen is net zoals pascal mijn droom om een 37’er te rijden op de 500m.

Pascal: Op de sprint gaat het om tienden van secondes. Net die tiende onder de 39 is dan relatief een veel groter verschil dan net onder de 2:00. Het voelt daarom meer als een overwinning om onder die 39 te duiken.

Danny: Voor ons beiden de dagelijkse trip naar de ijscoboer van Inzell. Ze hebben hier super lekker ijs, misschien wel lekkerder dan in Nederland. De ijscoboer zit in het centrum van Inzell. Niet ver van de ijsbaan en meestal ook niet ver van het huisje waar we slapen. ‘S avonds maken we vaak nog een avondwandeling en die gaat dan meestal langs de ijscoboer.

Pascal: Veel Nederlanders gaan die week naar de ijscoboer. Soms blijven we daar hangen en kletsen we wat met mensen die we kennen. We nemen meestal het ijsje mee terug in de wandeling naar het huisje. Het liefst nemen we het ijsje als toetje maar soms komt overdag beter uit als we er langs fietsen bijvoorbeeld.

Danny: Ik neem eigenlijk altijd een frisse smaak zoals citroen of aardbei. Ik ben niet van het chocolade ijs. Andere hele gekke smaken sla ik ook liever over.

Pascal: Ik neem meestal stracciatella. De chocolade is ook heel lekker. Oh, en de Snicker smaak niet te vergeten.

Pascal: Krachttraining. Je kan daarin heel duidelijk zien dat je sterker wordt. Dit geeft motivatie, omdat je steeds weer kleine mijlpaaltjes kan halen. Ik vind het ook leuk om te zien hoe je lichaam veranderd en er meer spieren ontstaan.

Danny: Ik vind een sprinttraining erg leuk. Vooral in de zomer met lekker weer als we sprintjes moeten rijden op reactie of andere oefeningen moeten doen. Fietsen in de groep vind ik ook wel leuk. Ik kan me dan wat makkelijker vermaken dan in een solo rit.

Pascal: Fietsen vind ik ook wel leuk, maar dan vooral in de groep. Vooral bij een duur rit is het in de groep heel gezellig. Doordat degene die op kop fietsen af en toe wisselen wisselt ook de opstelling van de rest van de groep. Zo kom je ook automatisch steeds naast andere mensen te fietsen. Soms spreek je iemand heel lang die je op een andere training minder spreekt.

Related Posts