In deze rubriek willen wij de rijders en coaches van het team eens flink aan de tand voelen, zodat jullie ons nog beter kunnen leren kennen!
Aan de hand van pittige dilemma’s en leuke vragen krijgen jullie meer te weten over onze leden.
Van voorkeuren, algemene feitjes en bijzondere eigenschappen alles komt aan bod.
Door telkens twee rijders met elkaar de vragen te laten stellen komen we tot leuke inzichten en wellicht nieuwe feiten. Benieuwd naar alle antwoorden?
Check hier onder het verhaal van Koos, Nyncke en Robert!
Koos: Ik loop al 40 jaar lang rondje 6,6 met zoveel plezier en passie dat het gewoon bij mij hoort. Ik vind dat echt wel leuker om te doen. De 500 meters komen nog wel.
Nyncke: Ik kies ook uiteraard voor rondje 6,6. Ik vind 500 meters ook leuk om te doen, omdat je in een korte tijd heel intensief bezig bent en echt stuk gaat. Rondje 6,6 is te lang om te sprinten, maar als je te langzaam begint dan lukt het nooit meer om te finishen in een goede tijd. Ik loop het inmiddels ook al meer dan 10 jaar, dus ik vind het machtig.
Robert: Ik heb nog niet zo lang een rondje 6,6 kunnen lopen als Koos en Nyncke. Toch ben ik het zeker met ze eens. 500 meter is leuk maar een rondje 6,6 is altijd genieten, ook als je het zwaar hebt.
Koos: Vind ik een lastige, omdat het ene niet zonder het ander kan. Als ik dan toch moet kiezen kies ik voor een winterkamp omdat ik daar dan ook een stuk zomerkamp in kan meenemen
Nyncke: Ik vind beide trainingskampen super leuk. Ik houd persoonlijk wat minder van fietsen in de zomer maar vind het daarom het zomerkamp niet minder leuk. In de zomer kan je veel meer verschillende trainingen doen en in bij het winterkamp ben je voor mijn gevoel wat meer beperkt. Ik kies voor de zomer want in de winter schaatsen we sowieso al genoeg.
Robert: Beide trainingskampen zijn inderdaad erg leuk. Zelf fiets ik heel graag zeker als we wat hoogtemeters op gaan zoeken. Toch zou ik voor de winter kiezen. Alle trainingen staan in het teken van het schaatsen dus ik vind het heerlijk om bij die mooie baan in Inzell te trainen.
Koos: Apfelstrudel. Dat vind ik echt veel lekkerder dan een oliebol.
Nyncke: Ik vind allebei heel erg lekker, maar een oliebol is seizoensgebonden. Ik vind een oliebol toch wel lekkerder.
Robert: Ik ben het met je eens, de seizoen gebondenheid maakt het specialer. Ik kon in Amerika ook niet zo makkelijk oliebollen vinden, dus ik vind het extra bijzonder om hier van te genieten.
Koos: Baggelhuizerplas is toch wel een bekroning en een mooie afsluiting van elke week. Hoewel schaatsen een zeer sterke individuele sport is, is de baggelhuizerplas een perfecte plaats om gezamenlijk en als team sterker te worden.
Nyncke: Ik vind de bagelhuizerplas een leukere plek om te trainen dan de bak. Het is meer open en je kan er veel verschillende dingen doen.
Robert: Ik train het liefst in Baggelhuizerplas. Het creëert afstand van de verzamelplaats bij Koos. De bak is vlak naast de verzamelplek. Baggel heeft ook meer ruimte voor verschillende trainingen.
Koos: MTB vind ik mooier als we een korte training moeten doen. Voor lange duurritten kies ik voor de racefiets.
Nyncke: Ik ben het volledig eens met Koos. Ik vind mountainbiken leuker voor de korte stukjes en wielrennen voor de langere stukken.
Robert: Ik ga niet zo vaak mountainbiken, alleen met het team in Inzell dus ik ga het liefst op een racefiets. Ik kan genieten van een lange fietstocht op de racefiets, maar ik vond het mountainbiken wel erg leuk!
Koos: Statisch zitten vind ik leuker dan planken. Het kost meer energie en ik vind het veel leuker om te doen.
Nyncke: Allebei is zwaar. Als ik moet kiezen dan ga ik voor het statisch zitten, omdat het wat meer kracht vergt.
Robert: Statisch zitten is leuk (en heel zwaar) en geeft een voldaan gevoel als je klaar bent. Ik kies toch planken, want dat was het grootste deel van mijn oude trainingen. Naast skeeleren komt planken ook het dichtst in de buurt van schaatsen.
Koos: Ik vind eerst infietsen, dan even goed rekken en daarna sprongen doen een perfecte warming-up. Daarna even lekker rusten en wat eten. Dan ben ik helemaal klaar om te gaan.
Nyncke: Voor de langere afstanden vind ik het fijn om lang op de fiets te zitten. Daarna goed rekken en dan een paar oefeningen om warm te worden. Voor de sprint afstanden of trainingen vind ik het prettig om goed te rekken en een aantal schaatsspecifieke oefeningen te doen.
Robert: Ik doe bijna hetzelfde als Nyncke. Voor de langere afstanden is lang infietsen, dynamisch rekken en een paar oefeningen in de schaatshouding perfect. Voor de sprints ga ik meestal een paar rondjes inlopen, goed strekken en dan wat sprongen en schaats specifieke oefeningen doen.
Koos: Trainen! Trainen is niet alleen mijn sport maar ook echt mijn hobby. Van motorcross tot skeeleren tot een stukje zwemmen in het water. Alles met beweging vind ik machtig om te doen.
Nyncke: Ik vind een drankje met vriendinnen doen heel leuk maar als ik wandel met onze hond ‘’Epke’’ dan kom ik echt tot rust. Met leuke mensen leuke dingen doen geniet ik van. Of dat trainen is met leuke mensen of dansjes doen met leuke mensen.
Robert: Naast het schaatsen houd ik erg van sporten met vrienden, of het nu basketbal, volleybal of voetbal is. Ik breng ook graag tijd alleen door met het lezen en uitproberen van nieuwe recepten. Ik moet ook nog bijblijven met mijn studie!
Koos: Iron Man. Deze bijnaam heb ik gekregen door het crossen. Ik heb nogal wat dingen gebroken en daardoor heb nogal wat platen in mijn lichaam. Als ik moet vliegen gaan de poortjes altijd af omdat ik dus platen in mijn lichaam heb. Vandaar mijn bijnaam.
Nyncke: Nyn. Ik word eigenlijk altijd door iedereen wel Nyn genoemd. Het is een verkorte versie van mijn naam dus eigenlijk niet heel bijzonder.
Robert: Robbie of Ricky. Robbie want dat is een vrij gebruikelijke bijnaam voor mijn naam. Ricky want ik houd soms een beetje te veel in tot de laatste paar setjes van een training :). Binnen de ploeg noemen we dit een Ricky.